Eisen voor het vervoeren van producten

Er moet, voor wat betreft het vervoeren van producten, gekeken worden naar de eisen die eraan gesteld worden. De delicate en bederfelijke producten worden, indien mogelijk, snel vervoerd met een vliegtuig. Grondstoffen kunnen per schip of trein worden vervoerd. Voor levensmiddelen is de meest voorkomende vorm voor het vervoer het geconditioneerd vervoer. Deze vorm voor het vervoeren van de levensmiddelen is gekoeld. Ondanks dat in Nederland het geconditioneerd vervoer meestal gekoeld is, is dat niet noodzakelijk. Geconditioneerd vervoer geeft de manier aan hoe een product vervoerd wordt.

Wat hebben geconditioneerde vormen van transport gemeen?

Alle vormen van het geconditioneerde transport hebben gemeen dat ze voorzien zijn van een ATP-sticker. Hierop staat het temperatuurbereik, de isolatiewaarde en de gegevens van het voertuig. De bedrijven die zich bezig houden met het geconditioneerde vervoer dienen zich te houden aan speciale protocollen. Dat zijn de zogenaamde HACCP-protocollen. Vooral op het gebied van het transport van levensmiddelen dienen de bedrijven zich te houden aan de hygiënevoorschriften. Zij dienen daarvoor een HACCP-plan op te stellen en moeten voorzieningen treffen om de producten te kunnen vervoeren.

Het geconditioneerd vervoer binnen Nederland

Nederland is een voornaam producent en distributeur om levensmiddelen te vervoeren. Nederland kent veel logistieke oplossingen voor het geconditioneerd vervoer. Dat gaat vooral om het koeltransport van de levensmiddelen en andere bederfelijke waar. In Nederland kennen we veel soorten voertuigen die in staat zijn om levensmiddelen gekoeld te vervoeren. Ze moeten daarbij wel voldoen aan de eisen die gesteld worden door het HACCP.

Vervoer buitenland

Voor het geconditioneerd vervoer naar het buitenland moeten de vrachtwagens ATP-gekeurd zijn. De ATP-regelgeving (overeenkomst transport bederfelijke waren) geldt voor het geconditioneerd vervoer van diepgevroren, gekoelde en verwarmde producten. Hierbij maakt het niet uit wat voor vorm van transportmiddel er gebruikt wordt. Dat kan door de lucht, over de weg, per spoor of over het water zijn.