Direct inzicht in de gevolgen van de Wet DBAWeet u al welke gevolgen de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA) heeft voor uw organisatie? Het gevolg van de wet DBA is dat opdrachtgevers bij het aangaan van een overeenkomst over meer en andere zaken moeten nadenken. Dat is belangrijk want er zijn serieuze risico’s verbonden aan het niet goed regelen van de overeenkomst met opdrachtnemers. En uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde opdrachtnemer, die voorheen op basis van een VAR werkzaam was, niet DBA-proof is… De whitepaper ‘De wet DBA in vogelvlucht’ geeft u snel inzicht in de ins en outs van de wet DBA en de gevolgen voor opdrachtnemers, opdrachtgevers en intermediairs. Met deze whitepaper bent u snel up-to-date. Waarom de wet DBA?Begin 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA). Sindsdien behoort de VAR definitief tot het verleden. In de ruim tien jaar dat de VAR (Verklaring Arbeids Relatie) heeft bestaan, hadden opdrachtgevers, die gebruik maakten van de diensten van zelfstandigen met een VAR- wuo of VAR-dga, de zekerheid dat ze achteraf niet konden worden aangeslagen voor loonheffingen (loonbelasting / premie volksverzekering, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen). Als achteraf bleek dat er toch sprake was van dienstbetrekking waren de financiële gevolgen volledig voor rekening van de opdrachtnemer, terwijl de opdrachtgever vrijwel altijd volledig buiten schot bleef. Deze ongeclausuleerde vrijwaring heeft ontegenzeggelijk een belangrijke rol gespeeld bij de enorme groei van flexibele arbeid. Verondersteld misbruik door schijnzelfstandigen heeft er echter voor gezorgd dat de roep om aanpassing van het systeem vanuit de politiek steeds luider werd. De VAR werd immers afgegeven op basis van vooraf veronderstelde feiten en omstandigheden. Hoewel het in de praktijk nogal eens voorkwam dat de feiten en omstandigheden toch anders bleken dan door de zelfstandige in de aanvraag was aangegeven, vormde de ongeclausuleerde vrijwaring van de opdrachtgever een ernstige belemmering bij de handhaving van de wet.
De consequenties van de wet DBADe opdrachtgever zal zowel bij het aangaan van de overeenkomst als gedurende de looptijd van de overeenkomst zelf de relatie met de opdrachtnemer moeten blijven toetsen. Dit betekent dat er nogal wat op opdrachtgevers af komt. Jaren lang is de vraag of er sprake was van dienstbetrekking, als gevolg van de vrijwarende werking van de VAR, niet relevant geweest. Maar nu wordt de wet- en regelgeving, die overigens al die jaren gewoon van kracht was, opnieuw actueel. Wat dat betreft zijn we een beetje terug bij af en lijkt de Wet DBA niet meer te zijn dan oude wijn in nieuwe zakken. Om er vooraf zeker van te zijn dat er achteraf niet alsnog loonheffingen verschuldigd zijn, zal de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer, zodanig verwoord moeten zijn dat (fictieve) dienstbetrekking kan worden uitgesloten. Bovendien moeten de werkzaamheden in overeenstemming met de bepalingen van de (model)overeenkomst worden uitgevoerd. Als de contracten tussen de betrokken partijen DBA-proof zijn, kan ook na 1 mei 2016, ongeacht hun juridische status, nog steeds met zelfstandigen worden gewerkt. Echter, uit recent onderzoek door Randstad blijkt dat de gemiddelde opdrachtnemer, die voorheen op basis van een VAR werkzaam was, niet DBA-proof is. Voor meer dan 90% van de opdrachtnemers geldt dat zij niet geacht worden buiten dienstbetrekking werkzaam te zijn. Een groot aantal opdrachtnemers stelt het werken op basis van een modelovereenkomst daarom uit. Zij zijn bang dat de Belastingdienst de gebruikte overeenkomst niet zal goedkeuren. Die vrees blijkt niet ongegrond. Van de ruim 4000 verzoeken tot beoordeling van modelovereenkomsten die de Belastingdienst tot en juli 2016 heeft ontvangen, werden er slechts 370 goedgekeurd en iets meer dan 1000 daadwerkelijk afgewezen. Dit alles brengt veel onzekerheid met zich mee. Zolang er geen eenduidige definitie van dienstbetrekking kan worden gegeven, blijft er ruimte voor interpretatie en dus voor een verschil van inzicht tussen de opdrachtgever/opdrachtnemer en de Belastingdienst. Als de arbeidsverhouding (ongeacht de juridische vorm die daaraan is gegeven) op basis van de feiten en omstandigheden waaronder wordt gewerkt (achteraf) als dienstbetrekking wordt gekwalificeerd, zal de opdrachtgever immers als werkgever worden aangemerkt en alsnog worden aangeslagen voor loonheffingen. Die onzekerheid zorg er voor dat opdrachtgevers afwachtend zijn en in sommige gevallen er zelfs voor kiezen geen ZZP’ers meer in te huren. Opdrachtnemers hebben in verschillende publicaties al aangegeven dat zij aanzienlijk minder opdrachten krijgen of alleen nog als werknemer van een detacherings- of payrollbureau worden ingehuurd. Download nu gratis de whitepaper hier: http://tcpsolutions.com/nl/wet-dba/
|
http://tcpsolutions.com/nl/wet-dba/ |